Artikel
Notificaties uit de journalistieke onderbuik
Auteur
Jessy de Cooker
IMAGE CREDITS: Pexels/Christina Dina
Nederlandse journalistieke redacties versturen dagelijks tientallen pushberichten naar nieuwsconsumenten. Factoren als ‘breaking news’ en actualiteit worden als doorslaggevend gezien bij het versturen van ‘pushes’. Het journalistieke ‘onderbuikgevoel’ wordt hierbij vaak als leidend omschreven. Wat dit gevoel beïnvloedt, blijft echter vaak onduidelijk of onbenoemd. De ‘push’ wordt daarnaast onder journalisten gezien als marketingtool om de aandacht van het publiek te behouden, terwijl vanuit academische hoek het pushbericht enkel als een journalistieke tool gezien wordt. Dit blijkt uit acht oriënterende gesprekken met journalisten en docenten Journalistiek aan Fontys Hogeschool Journalistiek.
Het pushbericht is alom vertegenwoordigd in het journalistieke publicatieproces. In enkele maanden tijd versturen Nederlandse media duizenden ‘pushes’ naar hun lezers. Dat blijkt uit een steekproef van Jeroen van de Nieuwenhof, onderzoeker van het lectoraat Journalistiek en Verantwoorde Innovatie van Fontys Hogeschool Journalistiek. Van de Nieuwenhof verzamelt vanaf juli 2021 op een oude smartphone pushberichten van journalistieke media – van NOS tot De Stentor en van Omroep Brabant tot Trouw – en laadt deze pushberichten in een dataset. Wat als eerste opvalt, is dat media zeer divers pushen, zowel in aantallen als onderwerpen en lengte van de pushberichten.
De pushberichten variëren van groot landelijk nieuws als het in augustus 2021 gepubliceerde onderzoek van het VN-klimaatpanel (Push: “ongeëvenaarde klimaatverandering leidt tot fors meer weersextremen”) en nieuws dat velen aangaat als de wereldwijde internetstoring in juli 2021 (Push: Wereldwijde storing legt vele websites plat) tot kleiner en persoonlijk nieuws als een omgevallen hoogwerker (Push: Hoogwerker valt om in Breda, één man gewond geraakt) en verhalen van een ervaringsdeskundige (Push: Sandra hield hand vast van slachtoffer (20) fatale buggy-crash).
Journalism by the Dashboard Light
Reden voor zijn steekproef waren bevindingen uit het lectoraatonderzoek Journalism by the Dashboard Light over het gebruik van web-analytics onder Nederlandse journalistieke media. Daarin is bij het bestuderen van enkele analytics-systemen een mogelijke correlatie waarneembaar tussen bezoekersaantallen en verstuurde pushberichten. Na deze observatie begint Jeroen met het verzamelen van pushberichten. In het verlengde daarvan interviewen journalistiek onderzoekers Marius Brugman en Jessy de Cooker vier journalisten, die actief zijn voor landelijke en regionale media, en vier docenten van Fontys Hogeschool Journalistiek over opvattingen over het pushbericht en criteria voor het verzenden van pushberichten.
Service naar lezers
Wat als eerste opvalt in de gesprekken met journalisten dat zij de ‘push’ zien als een tool die naast het brengen van nieuws ook servicegericht gebruikt kan worden. Het artikel achter een pushbericht kan een service verlenen aan lezers of andere informatie bevatten die door redactieleden als nuttig voor het publiek gezien wordt. Ook is er afwisseling tussen ‘hard’ en ‘zacht’ nieuws dat gepusht wordt en is erg van belang wat het gesprek van de dag is, blijkt uit de gesprekken met journalisten. Hierbij is aandacht voor het publiek. ’s Ochtends moeten nieuwsvolgers kunnen meepraten over nieuwsthema’s aan het koffieautomaat en ’s middags worden, volgens de journalisten, pushberichten eerder gericht op ‘leesverhalen’. De kracht van dit servicegericht pushen wordt door docenten Journalistiek erkend. Echter, uit gesprekken met de opleiders komt de precaire balans naar voren tussen journalistieke idealen en realiteit. Er wordt vanuit de docenten vooral gewezen op de urgentie die een pushbericht moet hebben voor een lezer en klassieke journalistieke kernwaarden die in acht genomen dienen te worden bij het versturen van een pushbericht.
Onderbuikgevoel
Door de integratie van journalistieke normen en principes als de Elements of Journalism van Bill Kovach en Tom Rosenstiel en de journalistieke kernwaarden van Mark Deuze geven journalisten richting aan hun werk. De geïnterviewde journalisten stellen bijvoorbeeld dat ze sneller pushen wanneer er sprake is van een nieuwsfeit dat te scharen valt in de categorie ‘Breaking News’, wat aansluit bij de kernwaarde actualiteit van Deuze. Toch valt op uit de gesprekken met de journalisten in deze steekproef dat er een verschil zit tussen wat ze zeggen dat ze pushen en wat ze daadwerkelijk pushen.
Criteria rond het pushen van bepaalde nieuwsfeiten is fluïde en aan discussie onderhevig. Soms wordt er te snel gepusht bij een bepaalde tussenstand in een sportevenement, terwijl de definitieve uitslag van een wedstrijd anders uitpakt, of wordt er te snel naar andere mediapartijen gekeken. Pushen zij, dan wij ook, is een gehoorde gedachtegang. Achteraf is er ruimte voor reflectie en de vraag of die keuze voor snelheid wel een wenselijke journalistieke keuze was.
Over het algemeen, blijkt uit de gesprekken met journalisten, is een bepaald ‘onderbuikgevoel’ leidend bij het al dan niet pushen van een nieuwsfeit. Hoe dat onderbuikgevoel geborgd wordt in bepaalde pushcriteria blijft vaak onduidelijk. Hierbij is, voor de journalisten, ook de toon en invalshoek van het pushbericht leidend. Een te sensationele push die qua sensatie of informatie de lading van het gepushte artikel niet dekt, kan leiden tot ergernis bij de nieuwsconsument.
Marketingtool en impact op publiek
Daarnaast zien de geïnterviewde journalisten het pushbericht als een journalistiek marketingmiddel. Zo beschrijft één geïnterviewde chef online: “Zo hebben wij de mogelijkheid aan de mensen te laten weten wat wij een belangrijk verhaal vinden. Daarnaast is het ook een manier om ervoor te zorgen dat mensen vaker op de site/app komen of langer blijven hangen.” Een andere online-journalist beaamt het gevoel dat de pushmelding een goede wijze is om nieuws aan de man te brengen: “Het is ook makkelijk voor de lezer, want die hoeft niet steeds zijn/haar app te openen om nieuws te zoeken.”
Docenten Journalistiek van Fontys Hogeschool Journalistiek beamen de kracht van pushmeldingen om het journalistieke publiek ‘in the loop’ te houden, maar waarschuwen ook voor inzet van de pushmelding als ‘een soort clickbait’. Een pushnotificatie kan een krachtige toevoeging zijn wanneer het zich focust rond ‘nationaal, regionaal of lokaal nieuws dat mensen persoonlijk raakt’ en een ‘bepaalde urgentie’ bevat. Het moet de nieuwsvolger ‘op de hoogte brengen van een nieuwsgebeurtenis, zodat hij/zij erover kan meepraten’. Hierbij draait het volgens een docent met een historie bij regionale online-media om het ‘blijven verrassen’ van mensen, zonder ze ‘iedere dertig minuten te storen met een push’.
Pushberichten zijn, voor bijna alle geïnterviewden, een extraatje in een eigen nieuwsmenu. Ze hebben er, naar gelang hun actieve journalistieke participatie, meerdere aanstaan. Het past, stellen ze, ook bij een professionele houding van een journalist om zo veel mogelijk nieuws tot zich te nemen. Voor een docent Journalistiek geldt die noodzaak minder, stellen de geïnterviewde docenten die aangeven in hun huidige rol(len) zijn gaan minderen in het bijhouden van pushnotificaties. Eén geïnterviewde docent geeft zelfs aan geen enkele pushmelding te ontvangen. Onrust en het zelfbeschikkingsrecht tot nieuwsconsumptie zijn voor deze persoon doorslaggevend.
Een pushbericht heeft een impact op de lezer ervan. Hij/zij wordt gestoord in zijn/haar dagdagelijkse activiteiten met journalistieke informatie. Maar wat is de impact hiervan? En wanneer is een bepaalde nieuwsgebeurtenis impactrijk/-vol genoeg om als pushbericht de wereld in te sturen? Het zijn vragen die naar boven zijn gekomen tijdens de acht interviews en die het Lectoraat Journalistiek en Verantwoorde Innovatie in acht neemt.
Voor deze steekproef zijn in totaal acht personen (vier actieve journalisten en vier docenten op Fontys Hogeschool Journalistiek) gesproken. Meer lezen over het onderzoek Journalism by the Dashboard Light? Bekijk hier de projectpagina. De dataset van Jeroen is voor FHJ-studenten inzichtelijk en te gebruiken voor onderzoek. Wil je hier dieper in duiken? Mail ons op contact@smartmedia.fhj.nl.